Het aan de burgers van de Unie toegekende recht van verblijf is evenwel niet onvoorwaardelijk, zodat zij het bewijs dienen te leveren dat ze voldoen aan de dienaangaande door de relevante bepalingen van het Unierecht of de ter uitvoering daarvan gestelde voorwaarden (HvJ, 23 maart 2006, C-408/03, Commissie t. België, punt 64).
Da jedoch das den Unionsbürgern zuerkannte Aufenthaltsrecht nicht schrankenlos ist, obliegt ihnen der Nachweis, dass sie die entsprechenden Bedingungen erfüllen, die in den einschlägigen Vorschriften des Unionsrechtes oder zur Ausführung dieser Vorschriften vorgesehen sind (EuGH, 23. März 2006, C-408/03, Kommission gegen Belgien, Randnr. 64).