Tot nu toe beschikten de beheersautoriteiten over 2% flexibiliteitsmarge voor de eventuele overdracht van middelen tussen de zogenoemde prioriteitsassen, waarin de strategische uitgaventerreinen van elk operationeel cohesiebeleidsprogramma worden gedefinieerd.
Bisher verfügten die Verwaltungsbehörden über einen Spielraum von 2 %, wenn sie Mittel zwischen den so genannten „Prioritätsachsen” verschieben wollten, die die strategischen Ausgabenbereiche eines jeden operationellen Programms im Rahmen der Kohäsionspolitik definieren.
