12. onderkent dat de maatregelen voor de industriesector moeten worden vastgesteld met inachtneming van de sociaal-economische omstandigheden van elk land, inclusief het werkloosheidsniveau, en hun gevolgen voor het milieu; beklemtoont dat het economisch en handelspartnerschap tot een grotere diversificatie van de geproduceerde industriegoederen moet leiden, alsook tot meer toegevoegde waarde; verzoekt de ZOM-landen regionaal beleid te ontwikkelen dat oog heeft voor de rol van zeer kleine bedrijven en van kleine en middelgrote ondernemingen;
12. stellt fest, dass die Industriepolitik den wirtschaftlichen und sozialen Verhältnissen, auch dem Ausmaß der Arbeitslosigkeit, im jeweils betroffenen Land sowie den diesbezüglichen Umweltauswirkungen angepasst werden muss; betont, dass bei der Wirtschafts- und Handelspartnerschaft eine größere Diversifizierung der hergestellten Industriegüter sowie eine größere Wertschöpfung gefördert werden sollten; fordert die Länder im südlichen und östlichen Mittelmeerraum auf, regionale politische Initiativen zu ergreifen, die der Rolle der Kleinstunternehmen sowie kleiner und mittlerer Unternehmen Rechnung tragen;