Is een entreposeur die een goed uit een derde land op grond van een dienstverleningsverhouding in een douane-entrepot opslaat zonder daarover te kunnen beschikken, schuldenaar van de belasting over de toegevoegde waarde bij invoer die is ontstaan als gevolg van de niet-nakoming van zijn verplichting overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, van richtlijn 77/388/EEG juncto artikel 204, lid 1, CDW, ook wanneer het goed niet wordt gebruikt voor zijn belaste handelingen in de zin van artikel 17, lid 2, sub a, van richtlijn 77/388/EEG?
3. Frage: Ist ein Zolllagerhalter, der einen Gegenstand aus einem Drittstaat aufgrund eines Dienstleistungsverhältnisses in sein Zolllager einlagert, ohne über diesen verfügen zu können, Schuldner der Einfuhrmehrwertsteuer, die infolge seiner Pflichtverletzung gemäß Art. 10 Abs. 3 Unterabs. 2 RL 77/388/EWG i.V.m. Art. 204 Abs. 1 ZK entstanden ist, auch wenn der Gegenstand nicht im Sinne von Art. 17 Abs. 2 Buchst a) RL 77/388/EWG für Zwecke seiner besteuerten Umsätze verwendet wird?