3) Schendt artikel 55, § 3, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en voert het een discriminatie in
: in zoverre het de controle van de feitenrechter beperkt tot het nagaan van de inachtneming van de vormvereisten die zijn opgelegd bij de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen en van de naleving va
n de openbare orde, zonder de naleving van de fundamentele beginselen van de belangenafweging te kunnen controleren, waardoor misschien, zonder obj
...[+++]ectieve, relevante en evenredige verantwoording, een daadwerkelijke jurisdictionele bescherming wordt ontzegd aan de weliswaar gewettigde privébelangen van sommige schuldeisers ?3) Verstößt Artikel 55 § 3 des Gesetzes vom 31. Januar 2009 über die Kontinuität der Unternehmen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfass
ung und führt er zu einer Diskriminierung, ind
em er die Kontrolle durch den Tatsachenrichter auf die Überprüfung der Erfüllung der durch das Gesetz über die Kontinuität der Unternehmen vorgeschriebenen Formalitäten und der Achtung der öffentlichen Ordnung beschränkt, ohne die Möglichkeit einer Überprüfung der Einhaltung der Grundprinzipien der Interessenabwägung, wobei somit möglicherweise ohne objektive, relevante und v
...[+++]erhältnismäßige Rechtfertigung gewissen Gläubigern ein wirksamer gerichtlicher Schutz der privaten aber rechtmäßigen Interessen versagt wird?