4. benadrukt dat verdergaande toegang tot de voedselmarkten van de EU niet automatisch betekent dat de inkomsten voor de ontwikkelingslanden en hun bevolking die daar het meest behoefte aan hebben, toe
nemen; wijst op de sterke marktpositie van enkele multinationale ondernemingen die agro-industriële producten voeren, bijvoorbeeld kippen, varkens en garnalen in ontwikkelingslanden om deze te exporteren naar de markten van ontwikkelde landen, vaak t
egen dumpprijzen en zonder zich te houden aan milieu- en voedselveiligheidsvoorschriften
...[+++];
4. betont, dass ein erweiterter Zugang zu den Tierfutter- und Lebensmittelmärkten der EU nicht automatisch eine Erhöhung des Einkommens der Entwicklungsländer und ihrer bedürftigsten Bevölkerungsgruppen nach sich zieht; weist auf die Marktmacht einiger weniger multinationaler Unternehmen hin, die die industrielle Herstellung landwirtschaftlicher Erzeugnisse, z. B. Hähnchen, Schweinefleisch und Garnelen, in Entwicklungsländern betreiben, die oftmals zu Dumpingpreisen und ohne Einhaltung der Standards im Hinblick auf den Umweltschutz und die Lebensmittelsicherheit auf die Märkte der entwickelten Länder gebracht werden;