1. Om de georganiseerde criminaliteit doeltreffender te kunnen bestrijden, zorgen de lidstaten ervoor dat geen reserves worden gemaakt of gehandhaafd bij de volgende artikelen van het Verdrag van de Raad van Europa van 1990 inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, hierna te noemen het Verdrag van 1990:
(1) Um ein effizientes Vorgehen gegen die organisierte Kriminalität zu fördern, stellen die Mitgliedstaaten sicher, daß zu den folgenden Artikeln des Übereinkommens des Europarats von 1990 über Geldwäsche sowie Ermittlung, Beschlagnahme und Einziehung von Erträgen aus Straftaten, nachstehend als "Übereinkommen von 1990" bezeichnet, keine Vorbehalte geltend gemacht oder aufrechterhalten werden: