14. meent dat de lidstaten beter op de behoeften van de arbeidsmarkt moeten inspelen, met name door te zorgen voor sterke koppelingen tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld, door ervoor te zorgen dat jongeren de juiste informatie, het juiste advies en de nodige sturing krijgen om goede keuzes te maken in hun loopbaan, en door werkplekleren en het leerlingstelsel te bevorderen;
14. ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten sich besser auf die Erfordernisse des Arbeitsmarkts einstellen müssen, insbesondere durch die Sicherstellung einer starken Verbindung zwischen der Welt der Bildung und der Arbeitswelt, sodass jungen Menschen die richtigen Informationen, Rat und Anleitung zur Verfügung stehen, damit sie kluge Karriereentscheidungen treffen können, und indem praxisorientiertes Lernen und Berufsausbildungen gefördert werden;