Uit die parallel blijkt « dat door erover te waken dat, in tegenst
elling tot de in Uw arrest nr. 25/90 onderzochte wet waarvan hiervoor sprake, het beginsel van de rechtszekerheid in acht wordt genomen, waarbij het verkregen recht van de getroffenen die op 31 december 1993 vijfenz
estig jaar oud zijn behouden blijft, en waarbij het ogenblik wordt vastgesteld waarop ze effect sorteert door een verschil te maken tussen het recht van die getroffenen en dat van de getroffenen die vanaf 1 januari 1994 de leeftijd van vijfenzestig jaar berei
...[+++]ken, voor wie nieuwe rechtsverhoudingen worden vastgesteld, de wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet heeft geschonden, behalve indien men ervan uitgaat, wat niet kan worden aanvaard, dat de wetgever in een stelsel van maatschappelijke schadeloosstelling de voorwaarden ervan niet zou kunnen wijzigen of dat slechts zou kunnen doen voor zover hij geen enkel onderscheid van welke aard dan ook maakt, zodat de verdediging van de verkregen rechten nooit zou kunnen worden behouden ».
Aus dieser Parallele gehe hervor, « dass das Gesetz, indem es darüber wacht, dass im Gegensatz zu dem in Ihrem Urteil Nr. 25/90 untersuchten Gesetz, von dem im Vorstehenden die Rede ist, der Grundsatz der Rechtssicherheit respektiert wird - wobei das wohlerworbene Recht jener Betroffenen, die am 31. Dezember 1993 das 65. Lebensjahr erreicht haben, erhalten bleibt, und wobei der Zeitpunkt festgesetzt wird, an dem es wirksam wird, indem es unterscheidet zwischen dem Recht dieser Betroffenen und dem jener Betroffenen, die vom 1. Januar 1994 an das 65.