F. overwegende dat zowel het internationale stelsel voor kwekersrecht, dat gebaseerd is op het Internationaal Verdrag van 2 december 1961 tot bescherming van kweekproducten (UPOV-verdrag), als het EU-stelsel, dat gebaseerd is op Verordening (EG) 2100/94 van de Raad, als grondbeginsel hebben dat een houder van een kwekersrecht anderen er niet van mag weerhouden het beschermde product voor verdere kweekactiviteiten te gebruiken;
F. in der Erwägung, dass ein Grundprinzip des auf dem internationalen Übereinkommen zum Schutz von Pflanzenzüchtungen (UPOV-Übereinkommen) beruhenden internationalen Sortenschutzes und der auf die Verordnung (EG) Nr. 2100/94 des Rates gestützten EU-Regelung lautet, dass der Inhaber eines Sortenschutzrechts andere nicht daran hindern kann, die patentrechtlich geschützte Pflanze für weitere Züchtungen zu verwenden;