Vertaling van "zover het voorziet " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

eventueel | in voorkomend geval | indien nodig | voor zover nodig | voor zover noodzakelijk | waar nodig | zo nodig
soweit erforderlich

clausule die een voorkooprecht voorziet
Klausel, die ein Vorkaufsrecht vorsieht

voor zover
insofern

de wet voorziet de inachtneming van gebeurlijke feiten
das Gesetz sieht die Einbeziehung von eingetretenen Möglichkeiten vor

juridische grondslag die in een meerderheidsbesluit voorziet
Rechtsgrundlage nach der Stimmenmehrheit erforderlich ist

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Deze verordening moet van toepassing zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van de wijziging van Doha van het Protocol van Kyoto, behoudens voor zover deze voorziet in transitoire overdrachten,
Diese Verordnung sollte ab dem Tag des Inkrafttretens der Doha-Änderung des Kyoto-Protokolls gelten, außer in Fällen, in denen Übertragungen übergangsweise vorgenommen werden —

3. Projecten van gemeenschappelijk belang krijgen — indien het nationale recht in een dergelijke status voorziet — de hoogst mogelijke nationale status en worden als zodanig behandeld in de vergunningverleningsprocessen — ook qua ruimtelijke ordening, voor zover het nationale recht daarin voorziet — inclusief die met betrekking tot milieueffectrapportages, op de wijze waarop in een dergelijke behandeling is voorzien in het voor het desbetreffende type energie-infrastructuur geldende nationale recht.
(3) Ist ein solcher Status im nationalen Recht vorgesehen, erhalten Vorhaben von gemeinsamem Interesse den national höchstmöglichen Status und werden in den Genehmigungsverfahren und — falls dies im nationalen Recht so vorgesehen ist — in Raumordnungsverfahren, einschließlich der Verfahren zur Prüfung der Umweltverträglichkeit, entsprechend behandelt, sofern und soweit eine solche Behandlung in dem für die jeweilige Energieinfrastrukturkategorie geltenden nationalen Recht vorgesehen ist.

3. Deze verordening laat onverlet dat de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag van 19 november 1934 tussen Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden, houdende bepalingen van internationaal privaatrecht betreffende erfopvolging, testamenten en beheer van de nalatenschap, zoals herzien bij de intergouvernementele overeenkomst tussen deze staten van 1 juni 2012, dat verdrag toepassen, voor zover het voorziet in:
(3) Diese Verordnung steht der Anwendung des Übereinkommens vom 19. November 1934 zwischen Dänemark, Finnland, Island, Norwegen und Schweden mit Bestimmungen des Internationalen Privatrechts über Rechtsnachfolge von Todes wegen, Testamente und Nachlassverwaltung in der geänderten Fassung der zwischenstaatlichen Vereinbarung zwischen diesen Staaten vom 1. Juni 2012 durch die ihm angehörenden Mitgliedstaaten nicht entgegen, soweit dieses Übereinkommen Folgendes vorsieht:

Is artikel 21 octies, lid 2, eerste alinea, van wet nr. 241/1990, zoals uitgelegd door de bestuursrechter met betrekking tot de motiveringsplicht die is neergelegd in artikel 3 van diezelfde wet nr. 241/1990 en regionale wet van Sicilië nr. 10/1991, gelezen in samenhang met de plicht tot motivering van overheidshandelingen als voorzien in artikel 296, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 41, lid 2, sub c, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, verenigbaar met artikel 1 van wet nr. 241/1990, voor zover dit voorziet in de verplichting van de autoriteiten om de unierechtelijke beginselen toe te passen, en is bijgevolg daarmee verenigbaar en toelaatbaar deze aldus uit te leggen en toe te passen dat de overheid de mogelijkheid heeft om de motivering van de maatregel bij de rechter aan te vullen?
Ist Art. 21 octies Abs. 2 Satz 1 des Gesetzes 241/1990 in der Auslegung durch die Verwaltungsgerichte in Verbindung mit der nach Art. 3 desselben Gesetzes bestehenden Pflicht zur Begründung von Verwaltungsakten und mit dem sizilianischen Regionalgesetz 10/1991 unter Berücksichtigung der Pflicht zur Begründung von Rechtsakten der öffentlichen Verwaltung nach Art. 263 Abs. 2 und Art. 296 Abs. 2 AEUV und Art. 41 Abs. 2 Buchst. c der Charta der Grundrechte der Europäischen Union mit Art. 1 des Gesetzes 241/1990 vereinbar, der die Verwaltung zur Anwendung der Grundsätze der Rechtsordnung der Europäischen Union verpflichtet, und ist folglich die Auslegung und Anwendung damit vereinbar und zulässig, nach der es der Verwaltung möglich ist, die Begründung der Verwaltungsentscheidung im gerichtlichen Verfahren zu ergänzen?

2. De lidstaten zorgen ervoor dat voor zover de overeenkomst tussen de feeder-icbe en de master-icbe door interne bedrijfsvoeringsregels is vervangen in overeenstemming met de derde alinea van artikel 60, lid 1, van Richtlijn 2009/65/EG, de overeenkomst tussen de bewaarder van de master-icbe en van de feeder-icbe erin voorziet dat het recht van de lidstaat waarin de feeder-icbe is gevestigd of, voor zover dit verschilt, het recht van de lidstaat waarin de master-icbe is gevestigd op de overeenkomst tot uitwisseling van informatie tussen beide bewaarders van toepassing is en dat beide partijen instemmen met de exclusieve jurisdictie van de rechtbanken van de lidstaat waarvan het recht op de overeenkomst tot uitwisseling van informatie van toepassing is.
(2) Wurde die Vereinbarung zwischen Feeder-OGAW und Master-OGAW gemäß Artikel 60 Absatz 1 Unterabsatz 3 der Richtlinie 2009/65/EG durch interne Regelungen für Geschäftstätigkeiten ersetzt, stellen die Mitgliedstaaten sicher, dass gemäß der Vereinbarung zwischen den Verwahrstellen des Master-OGAW und des Feeder-OGAW auf die Vereinbarung über den Informationsaustausch zwischen den beiden Verwahrstellen entweder das Recht des Mitgliedstaats, in dem der Feeder-OGAW niedergelassen ist, oder — sofern abweichend — das Recht des Mitgliedstaats, in dem der Master-OGAW niedergelassen ist, anzuwenden ist und dass beide Verwahrstellen die ausschließliche Zuständigkeit der Gerichte des Mitgliedstaats anerkennen, dessen Recht auf die Vereinbarung über den Informationsaustausch anzuwenden ist.

2. Met name, en om twijfel te voorkomen, voorziet titel IV van het Handvest niet in in rechte inroepbare rechten die op Polen of het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn, behalve voor zover de wetgeving van Polen of het Verenigd Koninkrijk in dergelijke rechten voorziet.
(2) Insbesondere – und um jeden Zweifel auszuräumen – werden mit Titel IV der Charta keine für Polen oder das Vereinigte Königreich geltenden einklagbaren Rechte geschaffen, soweit Polen bzw. das Vereinigte Königreich solche Rechte nicht in seinem nationalen Recht vorgesehen hat.