(2) In het geval van gezamenlijke activiteiten die geen gemeenschappelijk onderzoek zijn als bedoeld in punt II, onder D (1), verlangt elke partij, voor zover zulks volgens haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vereist is, van al haar deelnemers dat zij specifieke overeenkomsten aangaan met betrekking tot de uitvoering van gemeenschappelijk onderzoek en de onderscheiden rechten en plichten van de deelnemers.
(2) Bei anderen Kooperationstätigkeiten als gemeinsamen Forschungsarbeiten, die unter Absatz II. D (1) fallen, verlangt jede Vertragspartei, soweit dies ihre Gesetze und sonstigen Vorschriften vorschreiben, von sämtlichen Mitwirkenden, spezifische Vereinbarungen über die Durchführung der gemeinsamen Forschungsarbeiten und die jeweiligen Rechte und Pflichten der Mitwirkenden abzuschließen.