Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Lijst van de diergeneeskundige rechtspersonen
Vermogen van rechtspersonen

Vertaling van "zoverre die rechtspersonen " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
stellen van rechtshandelingen voor rekening van rechtspersonen

Vertretung von juristischen Personen bei Rechtshandlungen


lijst van de diergeneeskundige rechtspersonen

Verzeichnis der juristischen Personen, die Tierarzt sind


Verdrag betreffende de onderlinge erkenning van de vennootschappen en rechtspersonen

Übereinkommen über die gegenseitige Anerkennung von Gesellschaften und juristischen Personen


vermogen van rechtspersonen

Vermögen juristischer Personen


algemeen geldende bepalingen voor rechtspersonen naar privaatrecht die eigendom van de Staat zijn

im Eigentum des Staates befindliche juristische Personen des Privatrechts
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Uit de uiteenzetting van het middel blijkt dat het Hof ook wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172, eerste lid, van de Grondwet, van artikel 180, 1°, van het WIB 1992, hersteld bij het bestreden artikel 86, 1°, van de programmawet van 10 augustus 2015, in zoverre daarbij een discriminerend verschil in behandeling zou worden ingevoerd tussen, enerzijds, de samenwerkingsverbanden in de zin van het decreet van 6 juli 2001, andere dan die welke zijn beschreven bij artikel 180, 1°, van het W ...[+++]

Aus den Darlegungen des Klagegrunds geht hervor, dass der Gerichtshof auch gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 180 Nr. 1 des EStGB 1992, der durch den angefochtenen Artikel 86 Nr. 1 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 wieder aufgenommen wurde, mit den Artikeln 10, 11 und 172 Absatz 1 der Verfassung zu befinden, insofern dadurch ein diskriminierender Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen einerseits den anderen Zusammenarbeitsverbänden im Sinne des Dekrets vom 6. Juli 2001 als denjenigen, die in Artikel 180 Nr. 1 des EStGB 1992 beschrieben seien, und andererseits den juristischen Personen im Sinne von Artikel ...[+++]


Bijgevolg is de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het in de prejudiciële vraag bedoelde verschil in behandeling doet ontstaan, wat het verval van de strafvordering betreft, tussen, enerzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling of hun ontbinding in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, de rechtspersonen die vóór hun inver ...[+++]

Folglich ist die fragliche Bestimmung vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie den in der Vorabentscheidungsfrage angeführten Behandlungsunterschied entstehen lässt, bezüglich des Erlöschens der Strafverfolgung, zwischen einerseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden sind, und andererseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung Gegenstand eines namentlichen Antrags auf gerichtliche Unter ...[+++]


Bijgevolg is de in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het in de prejudiciële vraag bedoelde verschil in behandeling doet ontstaan, wat het verval van de strafvordering betreft, tussen, enerzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling of hun ontbinding in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, de rechtspersonen die vóór hun ...[+++]

Folglich ist die fragliche Bestimmung nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie den in der Vorabentscheidungsfrage angeführten Behandlungsunterschied entstehen lässt, was das Erlöschen der Strafverfolgung betrifft, zwischen einerseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden sind, und andererseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung durch die Ratskammer an das Korrektionalgericht verwiesen wu ...[+++]


2. - Artikel 20, tweede lid, van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling instelt tussen, enerzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling, hun gerechtelijke ontbinding of hun ontbinding zonder vereffening in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, de rechtspersonen die vóór hun in ...[+++]

2. - Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er einen Behandlungsunterschied entstehen lässt zwischen einerseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation, ihrer gerichtlichen Auflösung oder ihrer Auflösung ohne Liquidation durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden sind, und andererseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation, ihrer gerichtlichen Auflösung oder ihrer Auflösung ohne Liquidation Gegenst ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
- Artikel 20, tweede lid, van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling instelt tussen, enerzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling, hun gerechtelijke ontbinding of hun ontbinding zonder vereffening in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling, hun gerechtelijke ontbinding of hun ontbinding zonder vereffening door de raadkamer zijn ver ...[+++]

- Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er einen Behandlungsunterschied entstehen lässt zwischen einerseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation, ihrer gerichtlichen Auflösung oder ihrer Auflösung ohne Liquidation durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden sind, und andererseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation, ihrer gerichtlichen Auflösung oder ihrer Auflösung ohne Liquidation durch die Ratska ...[+++]


De eerste prejudiciële vraag in de zaak nr. 5806 betreft de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, alsook met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, van artikel 265, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, in zoverre voor de beoogde categorie van zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, toepassing wordt gemaakt van het onweerlegbare vermoeden van een grove fout, terwijl de zaakvoerders, bestuurders of iedere andere persoon die ten aanzien van de zaken van een burgerlijke venn ...[+++]

Die erste Vorabentscheidungsfrage in der Rechtssache Nr. 5806 betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 265 § 2 des Gesellschaftsgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 6 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, insofern hinsichtlich der betreffenden Kategorie von Geschäftsführern, ehemaligen Geschäftsführern und allen anderen Personen, die effektiv befugt gewesen seien, die Gesellschaft zu verwalten, ...[+++]


1. « Is artikel 265, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, in werking getreden op 1 september 2006, niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, naast artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol waarin het recht op het ongestoord genot van de eigendom is vastgelegd, in zoverre ten aanzien van de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, toepassing wordt gemaakt van het onweerlegbare vermoeden van een grove fout wanneer ...[+++]

1. « Verstößt Artikel 265 § 2 des Gesellschaftsgesetzbuches, abgeändert durch das Gesetz vom 20. Juli 2006, das am 1. September 2006 in Kraft getreten ist, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, ggf. in Verbindung mit den Artikeln 6 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, nebst Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls, in dem das Recht auf Achtung des Eigentums verankert ist, indem hinsichtlich der Geschäftsführer, ehemaligen Geschäftsführer und aller anderen Personen, die effektiv befugt gewesen sind, die Gesellschaft zu verwalten, die unwiderlegbare Vermutung eines schwerwiegenden Fehl ...[+++]


1. « Is artikel 265, § 2, van het Wetboek van vennootschappen, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, in werking getreden op 1 september 2006, niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, naast artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol waarin het recht op het ongestoord genot van de eigendom is vastgelegd, in zoverre ten aanzien van de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, toepassing wordt gemaakt van het onweerlegbare vermoeden van een grove fout wanneer ...[+++]

1. « Verstößt Artikel 265 § 2 des Gesellschaftsgesetzbuches, abgeändert durch das Gesetz vom 20. Juli 2006, das am 1. September 2006 in Kraft getreten ist, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, ggf. in Verbindung mit den Artikeln 6 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, nebst Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls, in dem das Recht auf Achtung des Eigentums verankert ist, indem hinsichtlich der Geschäftsführer, ehemaligen Geschäftsführer und aller anderen Personen, die effektiv befugt gewesen sind, die Gesellschaft zu verwalten, die unwiderlegbare Vermutung eines schwerwiegenden Fehler ...[+++]


Schendt artikel 5, derde lid, 2° van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre aldaar handelsvennootschappen in oprichting met de strafbare rechtspersonen worden gelijkgesteld, terwijl dit niet het geval is voor burgerrechtelijke rechtspersonen in oprichting ?

Verstößt Artikel 5 Absatz 3 Nr. 2 des Strafgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er die in Gründung befindlichen Handelsgesellschaften den strafbaren juristischen Personen gleichstellt, während dies für die in Gründung befindlichen zivilrechtlichen juristischen Personen nicht der Fall ist?


De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 5, derde lid, 2°, van het Strafwetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de handelsvennootschappen in oprichting met strafbare rechtspersonen gelijkstelt, terwijl het niet in eenzelfde gelijkstelling voorziet voor « burgerrechtelijke rechtspersonen in oprichting ».

Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof vernehmen, ob Artikel 5 Absatz 3 Nr. 2 des Strafgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern darin die in Gründung befindlichen Handelsgesellschaften den strafbaren juristischen Personen gleichgestellt würden, während dieselbe Gleichstellung nicht für « die in Gründung befindlichen zivilrechtlichen juristischen Personen » vorgesehen sei.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zoverre die rechtspersonen' ->

Date index: 2020-12-13
w