Art. 16. Met het oog op het vaststellen van de noodplanningszone bepaalt de Minister, bevoegd voor de civiele bescherming, na de gewestregeringen te hebben geraadpleegd, met welke grenswaarden, ongevallentypes, weersomstandigheden en scenario's door de exploitant moet rekening gehouden worden bij het afbakenen, in het veiligheidsrapport (bijlage II, punt II, c), van het gebied dat door een zwaar ongeval zou kunnen worden getroffen.
Art. 16 - Zur Bestimmung des Notfallplanungsraums legt der in Sachen Zivilschutz zuständige Minister, nachdem er die Regionalregierungen zu Rate gezogen hat, die Grenzwerte, Unfallarten, Witterungsverhältnisse und Szenarien fest, die der Betreiber zu berücksichtigen hat, um in dem Sicherheitsbericht (Anlage II, Punkt II, c) die Abgrenzung des Gebiets zu bestimmen, das im Falle eines schweren Unfalls betroffen sein kann.