Meent de Commissie, in het licht van wat voorafgaat en de duidelijk afwijkende interpretatie van het besluit van 18 april 2012 van de Zwitserse autoriteiten zoals vermeld door hoge vertegenwoordiger Ashton, dat de bestaande overeenkomst over het vrije verkeer een afdoend en efficiënt instrument is?
Inwieweit ist die Kommission vor dem Hintergrund dieser Ausführungen und der eindeutig anders gelagerten Auslegung des Beschlusses der Schweizer Behörden vom 18 April 2012, wie von der Hohen Vertreterin Ashton zum Ausdruck gebracht, der Ansicht, dass das derzeitige Abkommen über die Freizügigkeit von Personen ein hinreichendes und wirksames Instrument darstellt?