Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 776/90 van de Commissie (5) is bepaald dat voor de genoemde produkten, uitgenomen voor aardbeien, abriko
zen en perziken, de maand april 1990 als een periode I en voor aardbeien als een periode III in de zin van artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3210/89 moet worden aangemerkt; dat het op grond van de vooruitzichten voor de uitvoer van Spanje naar de overige landen van de Gemeenschap, met uitzondering van Portugal, en gezien de marktsituatie verantwoord is, voor tomaten, sla, andijvie, wortelen, artisjokken, meloenen, abrikozen en perziken, te bepalen dat de maand mei 1990 als een periode I moet
...[+++] worden aangemerkt; dat het op grond van die vooruitzichten ook dienstig is voor aardbeien een periode II voor een deel van de maand mei en indicatieve plafonds vast te stellen; dat echter voor aardbeien de eerste helft van de maand mei als periode III moet blijven gelden;
Mit der Verordnung (EWG) Nr. 776/90 (5) ist für die genannten Erzeugnisse mit Ausnahme von Erdbeeren, Aprikosen und Pfirsichen ein Zeitraum I und für Erdbeeren ein Zeitraum III im Sinne von Artikel 2 der Verordnung (EWG) Nr. 3210/89 für den Monat April 1990 bestimmt worden. Die voraussichtlichen Ausfuhren aus Spanien nach der restlichen Gemeinschaft ausser Portugal sowie die bestehende Marktlage erfordern, daß für Tomaten, Salat, Endivie Eskariol, Karotten, Artischocken, Melonen, Aprikosen und Pfirsiche der ganze Monat Mai 1990 als Zeitraum I bestimmt wird.