a)In het geval van een inspectie van een fabrieks- of een vriesvaartuig van een lidstaat, uitgevoerd met het oog op de goedkeuring van het vaartuig, moet de bevoegde autoriteit van de lidstaat onder wiens vlag het vaartuig vaart inspecties uitvoeren die voldoen aan de vereisten van artikel 3, in het bijzonder de perioden van artikel 3, lid 2.
a)Wird ein unter der Flagge eines Mitgliedstaats fahrendes Fabrik- oder Gefrierschiff zum Zwecke der Zulassung inspiziert, so hat die zuständige Behörde des Flaggenmitgliedstaats bei der Inspektion die Anforderungen des Artikels 3, insbesondere die Zeitvorgaben nach Artikel 3 Absatz 2, einzuhalten.