Op 13 december 2001 gaf de Voorzitter van het Parlement kennis van de verwijzing van dit verslag naar de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken als commissie ten principale en naar de Commissie juridische zaken en interne markt, de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport, de Commissie constitutionele zaken, de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen en de Commissie verzoekschriften als medeadviserende commissies (C5‑0656/2001).
In der Sitzung vom 13. Dezember 2001 gab die Präsidentin des Europäischen Parlaments bekannt, dass sie diesen Bericht an den Ausschuss für die Freiheiten und Rechte der Bürger, Justiz und innere Angelegenheiten als federführenden Ausschuss sowie an den Ausschuss für Recht und Binnenmarkt, den Ausschuss für Kultur, Jugend, Bildung, Medien und Sport, den Ausschuss für konstitutionelle Fragen, den Ausschuss für die Rechte der Frau und Chancengleichheit und den Petitionsausschuss als mitberatende Ausschüsse überwiesen hat (C5‑0656/2001).
