1. Wanneer wordt vastgesteld dat in de loop van of in verband met vervoer onder geleide van een carnet TIR, respectievelijk doorvoer onder geleide van een carnet ATA, een overtreding of onregelmatigheid is begaan, delen de douaneautoriteiten dit mede aan de houder van het carnet TIR, respectievelijk het carnet ATA, en aan de aansprakelijke organisatie binnen de bij artikel 11, lid 1, van de TIR-overeenkomst, respectievelijk artikel 6, lid 4, van de ATA-overeenkomst, vastgestelde termijn.
1. Where an offence or irregularity is found to have been committed in the course of or in connection with a transport operation carried out under cover of a TIR carnet or a transit operation carried out under cover of an ATA carnet, the customs authorities shall notify the holder of the TIR carnet or ATA carnet and the guaranteeing association within the period prescribed in Article 11 (1) of the TIR Convention or Article 6 (4) of the ATA Convention, as the case may be.