G. overwegende dat alleen een beroep mag worden gedaan op interlandelijke adoptie indien het, ondanks economische en sociale hulp, volstrekt onmogelijk blijkt te zijn het kind in zijn oorspronkelijke gezin of althans in een pleeg- of adoptiegezin in zijn land van oorsprong te handhaven; dat interlandelijke adoptie, indien de verlating reëel en bewezen is, moet worden vergemakkelijkt met name door aspirant-adoptiefouders te begeleiden wanneer zij in het buitenland actie ontplooien, waardoor de doorzichtigheid van deze acties wordt bevorderd en nodeloze problemen worden voorkomen,
G. whereas intercountry adoption should only be resorted to in cases where it is impossible - even if appropriate economic and social assistance is provided - for the child to remain in its family of origin or, at the very least, a foster family living in the same country; whereas, however, should the state of abandonment be genuine and duly recognized as such, intercountry adoption should be encouraged, inter alia by means of appropriate measures to make the procedures outside the country of origin transparent and to avoid unnecessary difficulties for the prospective adoptive parents,