D. overwegende dat op het onderhavig geval artikel 68, lid 2, van de Italiaanse grondwet van toepassing is, op grond waarvan tegen parlementsleden zonder enige speciale formaliteit een strafrechtelijke procedure kan worden aangespann
en, zij het dat een afgevaardigde niet mag worden gefouilleerd en dat geen huiszoeking bij hem mag worden verricht zonder
toestemming van de Kamer waartoe hij behoort, en dat een afgevaardigde niet aangehouden mag worden of anderszins van zijn vrijheid mag worden beroofd of vastgezet, behalve ter executie
...[+++]van een rechterlijk vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan of bij betrapping op heterdaad op een misdrijf waarvoor bij betrapping op heterdaad aanhouding dwingend is voorgeschreven,D. whereas, therefore, the provision applicable to the case in question is Article 68(2) of the Italian Constitution, which allows criminal proceedings to be brought against Members of Parliament without any special formalities, given its provision that, witho
ut the leave of the Chamber to which the Member belongs, a search may no
t be carried out on either the person or the domicile of a Member of Parliament and a Member may not be arrested or otherwise deprived of his or her personal freedom or kept in detention, except to enforce a
...[+++]final conviction or where the Member is caught in the act of committing a crime for which arrest is mandatory in the case of flagrante delicto,