11. verzoekt de GCC-landen die nog bezwaren hebben tegen het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, hun voorbehoud te laten varen, en verzoekt alle GCC-landen de facultatieve protocollen bij het Verdrag inzake de rechten van het kind te ratificeren; wijst tevens op het belang van ratificatie en uitvoering van het Verdrag inzake de bescherming van de rechten van migrerende werknemers en de AIO-verdragen 97 en 143;
11. Calls on the GCC member states to withdraw any reservations they may still have with regard to the Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women and the International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination and to ratify the optional protocols to the Convention on the Rights of the Child and the International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination; also stresses the importance of ratifying and implementing the UN Migrant Workers Convention and ILO Conventions 97 and 143;