H. erop wijzend dat, ofschoon vrouwen 37% uitmaken van het landbouwerspotentieel in de Europese Unie, een grote bijdrage leveren aan de totale landbouwproductie en de plattelandsontwikkeling en een belangrijke schakel vormen tussen productie en consumptie, a) de vrouwelijke landbouwbevolking vergrijst, b) één op de twee vrouwelijke landbouwers onder het stelsel van de
meewerkende partner valt, wat bijzonder nadelig uitvalt voor haar bezoldiging, sociale zekerheid, gezondheidszorg, pensioen en verdere beroepsontwikkeling, c) het percentage vrouwelijke landbouwers dat een landbouwbed
rijf runt bijzonder ...[+++]laag ligt, d) de opleiding en bijscholing van de vrouwelijke landbouwers op een zeer laag niveau blijft, e) de participatie van de vrouwen aan landbouwcoöperaties en –organisaties niet bevredigend is, f) het analfabetisme en de werkloosheid in de landbouwgebieden vooral de vrouwen treft (in bepaalde gebieden ligt dit percentage voor vrouwen twee keer zo hoog als bij mannen),H. whereas, although 37% of the agricultural workforce in the European Union consists of women who play a major role in overall production and in rural development, and form a significant link between production and consumption: (a) the female rural population is ageing, (b) one in two women farmers falls into the 'spouse or partner' category, thus facing a difficult position in terms of pay, social security, healthcare, pensions, and professional development, (c) the percentage of women farmers managing farms is exceptionally low, (d) the education and training of women farmers remains at extremely low levels, (e) the participation of women in agricultural co-operatives and agricultural organisations is not satisfactory, (e) illiteracy an
...[+++]d unemployment in rural areas affect women most (in some areas the percentage is twice that of men),