De klacht bevatte voldoende gegevens ten bewijze van het feit dat na de opening van het onderzoek betreffende SIDM-printers van oorsprong uit Japan (2), dat leidde tot de aanneming van Verordening (EEG) nr. 3651/88 van de Raad (3) tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van deze produkten, een aantal ondernemingen in de Gemeenschap SIDM-printers assembleerde onder de omstandigheden als vermeld in artikel 13, lid 10, van Verordening (EEG) nr. 2423/88.
The complaint contained sufficient evidence of the fact that, following the opening of the investigation concerning SIDM printers originating in Japan (2), which led to the adoption of Council Regulation (EEC) No 3651/88 (3), imposing a definitive anti-dumping duty on imports of these products, a number of companies were assembling SIDM printers in the Community under the conditions referred to in Article 13 (10) of Regulation (EEC) No 2423/88.