3. benadrukt dat de BRICS-landen dan wel soortgelijke standpunten kunnen aanhangen op het vlak van het buitenlands beleid, maar dat zij gekenmerkt worden door grote politieke, economische en sociale verschillen; onderstreept met name dat hun politieke stelsels uiteenlopen van sterk autoritaire bewindsvormen tot geloofwaardige en stabiele democratieën; verzoekt de EU in dit opzicht de betrekkingen aan te halen en synergieën te ontwikkelen, met name met de BRICS-landen die echt achter de democratische waarden staan en deze eerbiedigen en een sociale markteconomie nastreven;
3. Stresses that whilst the BRICS may hold similar stances in foreign policy terms, major differences characterise them in political, economic and social terms; points out, in particular, that their political systems vary from strong authoritarian regimes to credible and stable democracies; calls, in this respect, on the EU to step up relations and develop synergies, in particular, with those BRICS that genuinely share and respect democratic values and strive for a social market economy;