indien een nationale rechter er op grond van specifieke feiten geheel van overtuigd is dat de bedoelde voorwerpen uit soortgelijke criminele activiteiten van de schuldig bevonden persoon zijn verkregen tijdens een periode vóór de veroordeling voor het in lid 1 bedoelde strafbare feit die door de rechter gelet op de specifieke omstandigheden van het geval redelijk wordt geacht, of,
where a national court based on specific facts is fully convinced that the property in question has been derived from similar criminal activities of the convicted person during a period prior to conviction for the offence referred to in paragraph 1 which is deemed reasonable by the court in the circumstances of the particular case, or, alternatively,