13. wijst erop dat de justitiële samenwerking in strafzaken berust op het beginsel van wederzijds vertrouwen tussen de justitiële autoriteiten en de burger en tussen de justitiële autoriteiten onderling en het beginsel van wederzijdse erkenning: deze doelstellingen worden bereikt dankzij het opstellen van gemeenschappelijke regels en een betere uitwisseling van informatie tussen de betrokken partijen, alsmede een opleiding Europese aangelegenheden voor magistraten; op dit gebied is de versterking van Eurojust, met als oogmerk de oprichting van een Europees openbaar ministerie, onontbeerlijk;
13. Recalls that judicial cooperation in criminal matters rests on the principles of mutual trust between judicial authorities and citizens and between the judicial authorities themselves and mutual recognition; considers that these objectives will be achieved through the establishment of joint rules, more effective exchange of information between the parties concerned and the provision of training for magistrates on European issues; in this connection, it is essential to strengthen Eurojust, with the aim of establishing a European Prosecutor's Office;