2. In geval van een vertraging, ook van een vertraging bij het verlenen van hulp aan een persoon met verminderde mobiliteit door een spoorwegonderneming, die leidt tot een gemiste aansluiting of uitval van een dienst is lid 3 van toepassing, behalve wanneer de spoorwegonderneming kan bewijzen dat de dienst enkel tengevolge van uitzonderlijke omstandigheden is vertraagd of uitgevallen.
2. In the event of a delay, including a delay in the provision of assistance to a person with reduced mobility by the railway undertaking, leading to a missed connection or a cancellation of a service , paragraph 3 shall apply, except when the railway undertaking can prove that the service was delayed or cancelled solely because of exceptional circumstances.