Bij de vaststelling van de monitoringprocedure die moet garanderen dat de waarden voor de CO2-emissies, de brandstofefficiëntie en de massa van voltooide voertuigen representatief zijn, moet
de methode voor het bepalen van de massa en de CO2-waarden worden toegelic
ht, zo nodig aan de hand van een tabel van CO2-waarden voor de verschillende definitieve traagheidsmassaklassen of op basis van slechts één CO2-waarde, afgeleid van de massa van het basisvoertuig plus
een naar N1-klasse standaard ...[+++] toegevoegde massa.
When establishing the monitoring procedure to ensure that the values of CO2 emissions, fuel efficiency and mass of completed vehicles are representative, the method for determining the mass and CO2 values should be set out, if appropriate, based on a table of CO2 values corresponding to different final inertia weight classes or based on only one CO2 value derived from the base vehicle mass plus a default added mass differentiated by N1 class.