Samenvattend kunnen we zeggen dat er twee soorten bepalingen zijn: bepalingen die een verplichting opleggen om rechtshulp te verlenen, zoals de bepalingen inzake telefoon- en videoconferenties, gecontroleerde afleveringen en de interceptie van telecommunicatie, en bepalingen die geen verplichting creëren maar enkel een wettelijk kader vaststellen voor lidstaten die wensen samen te werken op specifieke terreinen, zoals bijvoorbeeld de bepalingen inzake gezamenlijke opsporingsteams, undercover-operaties en de toezending en behandeling van gerechtelijke stukken.
Generally speaking, there are two kinds of provisions: those that create an obligation to render assistance, such as the provisions on telephone and video conferences, controlled deliveries and on the interception of telecommunications; and those where no such obligation is created and only a legal framework is provided for Member States that wish to cooperate in the manner prescribed, for example, the provisions on joint investigation teams, covert investigations and the sending and service of procedural documents.