Dit betekent dat,
wat de verzoeken om toezending van informatie en stukken betreft, zowel het op 14 juni 2009 tot stand ge
komen stilzwijgende besluit om niet de gevraagde informatie over examen b) toe te zende
n [hierna: „besluit houdende weigering om schriftelijk examen b) toe te zenden”] alsook het stilzwijgende besluit om niet de gevraagde informatie over examen c) toe te zenden, dat is opgenomen in de brief
...[+++]van 23 juli 2009 [hierna: „besluit houdende weigering om schriftelijk examen c) toe te zenden], voor zover die brief niet ingaat op de kwestie van toezending van de gevraagde informatie, voor verzoekster bezwarende handelingen zijn.
It follows that, as regards the requests for information and documents, both the implied decision not to send the information requested concerning test (b), which took place on 14 June 2009 (‘the decision not to send written test (b)’), and the implied decision not to send the information requested concerning test (c), which was contained in the letter of 23 July 2009 (‘the decision not to send written test (c)’), in so far as that letter does not address the question of sending the information requested, are acts adversely affecting the applicant.