2. Indien het besluit dat betrekking heeft op het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva bepaalt dat hieraan voor wat betreft de EU-moederonderneming of een van de dochterondernemingen van de groep op geconsolideerd niveau of op individueel niveau via contractuele instrumenten van bail-in gedeeltelijk is voldaan, omvat het besluit ook gegevens waaruit blijkt dat voor de afwikkelingsautoriteiten vaststaat dat de instrumenten als contractuele instrumenten van bail-in kwalificeren in overeenstemming met de criteria waarvan sprake in artikel 45, lid 14, van Richtlijn 2014/59/EU.
2. Where the decision that relates to the minimum requirement on own funds and eligible liabilities provides that this is partially met at consolidated or individual level for the Union parent undertaking or any of the group's subsidiaries through contractual bail-in instruments, the decision shall also include details demonstrating the satisfaction of the resolution authorities that the instruments qualify as contractual bail-in instruments in accordance with the criteria set out in Article 45(14) of Directive 2014/59/EU.