3. Voor verplaatsingen van dieren als bedoeld in lid 2, onder a), wordt door de bevoegde autoriteit slechts toestemming gegeven nadat uit een onderzoek door de officiële dierenarts van alle ziektegevoelige dieren op het bedrijf, waarbij ook overeenkomstig bijlage III, punt 2.2., genomen monsters worden getest, is gebleken dat er geen vermoedelijk besmette of verontreinigde dieren aanwezig zijn.
3. Movements of animals provided for in paragraph 2(a) shall be authorised by the competent authority only after an examination by an official veterinarian of all the animals of susceptible species on the holding, including testing of samples taken in accordance with point 2.2 of Annex III, has ruled out the presence of animals suspected of being infected or animals suspected of being contaminated.