In overeenstemming met deze richtlijn aanvaardden de lidstaten, tijdelijk, het "bestemmingsbeginsel" voor de heffing van belastingen op grensoverschrijdende economische transacties, dat sindsdien van toepassing is geweest op de handel in de EU ondanks een aantal nog niet opgeloste problemen en ondanks het feit dat de lidstaten nog altijd popelen om over te schakelen naar het "beginsel van oorsprong", iets wat ze als een belangrijke prioriteit voor de nabije toekomst beschouwen.
In accordance with the Directive Member States accepted, on a temporary basis, the 'principle of destination' for taxation of cross-border economic transactions, which, despite they still remained desperate to switch to the 'principle of state of origin' as a high priority in the near future, has been ever since applicable to trade in the EU despite a number of outstanding issues.