Moeten de artikelen 2, punt 1, en 4, lid 1, van de Zesde richtlijn (1) aldus worden uitgelegd dat in omstandigheden als die van het hoofdgeding — waarin
een persoon stukken grond koopt als natuurlijk persoon, zonder dat hem daarbij btw in rekening wordt gebracht, nadien op die stukken grond een winkelcentrum bouwt als zelfstandig ondernemer, overeenkomstig het nationale boekhoudrecht slechts bepaalde van de stukken grond waarop dat winkelcentrum wordt gebouwd, als vaste activa van zijn onderneming boekt, en ten slotte dat centrum samen met alle stukken grond verkoop
t aan de bouwheer — ervan ...[+++] moet worden uitgegaan dat die persoon reeds wegens het feit dat hij bepaalde stukken grond niet als vaste activa van zijn onderneming boekt, die stukken grond niet onder het btw-stelsel laat vallen en dus niet kan worden aangemerkt als een belastingplichtige die bij de verkoop daarvan btw in rekening moet brengen, welke hij vervolgens zelf moet afdragen?Are Articles 2(1) and 4(1) of the Sixth Directive (1) to be interpreted to the effect that, in circumstances such as those of this case (in which a p
erson buys plots of land acting as a natural person, without being charged any input VAT, then acting as a sole trader builds on those plots a shopping centre, enters as assets of his business on the basis of national accounting rules only some of the plots on which he built the shopping centre and then sells the centre together with all the plots of land to the developer), such a person must, because he has not entered certain plots of land as assets of his business or included those plots
...[+++]in the VAT system, be considered not to be obliged to calculate and pay output VAT?