121. verzoekt de Commissie duidelijke wetgeving vast te stellen inzake de definitie van economische substantie, het creëren van w
aarde en permanente vestiging, met name om het probleem van brievenbusfirma's aan te pakken, en EU-criteria en ‑richtsnoeren voor de behandeling van onderzoek en ontwikkeling op te stellen die verenigbaar zijn met, maar niet beperkt blijven tot, de werkzaamheden van de OESO op dit gebied, aangezien de lidstaten momenteel werken aan een hervorming van hun strategie ter zake, vaak in combinatie met subsidies; benadrukt dat in die wetgeving duidelijk moet worden vermeld dat er een direct verband moet bestaan tuss
...[+++]en de door de belastingdiensten toegekende voorkeursregelingen en de onderliggende O&O-activiteiten; verzoekt de Commissie de EU-wetgeving inzake gecontroleerde buitenlandse vennootschappen en de toepassing ervan te herzien in overeenstemming met het arrest-Cadbury Schweppes van het Europees Hof van Justitie (C-196/04), om volledig gebruik van gecontroleerde buitenlandse vennootschappen buiten situaties van volstrekt kunstmatige constructies te waarborgen en gevallen van dubbele niet-belastingheffing te voorkomen; verzoekt de Commissie voorstellen te doen voor het harmoniseren van de regels inzake gecontroleerde buitenlandse vennootschappen in de EU; 121. Calls on the Commission to issue clear legislation on the definition of economic substance, value creation and permanent establishment, with a view to tackling, in particular, the issue of letterbox companies, and to develop EU criteria and legislation for the treatment of R&D, compatible with, but not limited to, the work of the OECD on the matter, since Member States are currently reforming their strategy in that regard, often cumulatively with subsidies; stresses that such legislation should clearly indicate that there must be a direct link between the preferential regimes granted by the tax administration and the underlying R&D activities; calls on
the Commission to revise EU l ...[+++]egislation on controlled foreign companies and its application in accordance with the Cadbury Schweppes judgment of the European Court of Justice (C-196/04) in order to ensure full use of controlled foreign companies beyond situations of wholly artificial arrangements to avoid cases of double non-taxation; calls on the Commission to make proposals for harmonising rules on controlled foreign companies in the EU;