g)bij pluimvee, de kop — met uitzondering van de kam en de oorschelpen, de lellen en de caruncula —, de slokdarm, de krop, de darmen en de voortplantingsorganen.
(g)in poultry, the head — except the comb and the ears, the wattles and caruncles — the oesophagus, the crop, the intestines and the genital organs.