Afgezien van de – in mijn ogen nogal stoffige – collecties van onze musea, is het ex situ behoud, zoals wij dat tegenwoordig opvatten, er uiteraard op gericht om het ergste te voorkomen, door genetisch materiaal in landbouwkundige centra op te slaan: het wordt zogezegd veilig opgeborgen.
Above and beyond the collections – the dusty collections, I would say – in our museums, ex situ conservation, as we conceive of it today, means, of course, avoiding the worst by conserving genetic material in agricultural centres: it is being put in a safe place, allegedly.