13. is van oordeel dat, om het potentieel van overheidsopdrachten volledig tot ontwikkeling te
kunnen brengen, het criterium van de laagste prijs niet meer doorslaggevend mag zijn voor de gunning van contracten en dat dit in het algemeen vervangen dient te worden door dat van de economisch voordeligste aanbieding, waarbij ook de totale levenscycluskosten van de betrokken goederen, diensten of werken in aanmerking moeten worden genomen; dat neemt echter niet weg dat voor sterk gestandaardiseerde goederen of diensten de laagste prijs wél als het doorslaggevende criterium kan worden gehanteerd; verzoekt de Commissie om in nauwe samenwerki
...[+++]ng met de lidstaten op een brede en niet-verplichte grondslag een methodiek voor de berekening van de levenscycluskosten te ontwikkelen; benadrukt dat ondersteuning van het „maximaal economisch profijt”-criterium de innovatie en het streven naar optimale kwaliteit en waarde ten goede zou komen, en dus ook in overeenstemming zou zijn met de eisen van de EU 2020-strategie; onderstreept dat dit met name van belang is voor overheidsopdrachten voor de levering van goederen die van invloed zijn op de gezondheid van de consument en waarbij de kwaliteit en de productiemethoden een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld in de levensmiddelensector; onderstreept dat de regels voor overheidsopdrachten flexibel genoeg moeten zijn om ervoor te zorgen dat passieve consumenten in bijvoorbeeld ziekenhuizen, de ouderenzorg, scholen en kleuterscholen gelijke toegang hebben tot gezond voedsel met een goede prijs-kwaliteitverhouding, en niet alleen maar tot de goedkoopste variant; 13. Takes the view that, in order to develop the full potential of publ
ic procurement, the criterion of lowest price should no longer be the determining one for the award of contracts, and that it should, in general, be replaced by the criterion of most economically advantageous tender, in terms of economic, social and environmental benefits – taking into account the entire life-cycle costs of the relevant goods, services or works; stresses that this would not exclude the lowest price as a decisive criterion in the case of highly standardised goods or services; asks the Commission to develop, in close cooperation with the Member States
...[+++], a methodology for the calculation of life-cycle costs on a broad and non-obligatory basis; stresses that supporting the criterion of ‘maximum economic benefit’ would foster innovation and efforts to achieve the best quality and value, i.e. to comply with the requirements of the Europe 2020 strategy; stresses that this is particularly relevant in relation to public procurement of goods that have an impact on consumers' health – in the food sector, for example – where quality and production methods play an important role; emphasises that public procurement rules should be flexible enough to ensure that passive consumers, for example in hospitals, care facilities for the elderly, schools and kindergartens, have equal access to healthy, value-for-money food, rather than merely the cheapest available option;