6. merkt op dat de BRICS-landen hun standpunten op het vlak van het buitenlands beleid op bepaalde momenten onderling leken af te stemmen in de VN-Veiligheidsraad, met name aan het begin van de Libische en Syrische crises, en door de stemming over de rol van de EU in de Algemene Vergadering van de VN uit te stellen en door overeenkomstige standpunten in te nemen inzake Ivoorkust en Soedan; merkt in dit verband op dat de BRICS-landen het huidige internationale beleidsstelsel lijken uit
te dagen, maar dat democratisch overleg, politiek engagement, ook van land tot land, en daadwerkelijk partnerschap mogelijk positieve synergieën tot stand
...[+++] brengen en een nieuw alomvattend mondiaal bestuursstelsel kunnen helpen bewerkstelligen; is van oordeel dat de EU voldoende rekening dient te houden met het nieuwe gewicht op politiek en economisch vlak van de BRICS-landen en andere opkomende mogendheden, aangezien dit zou kunnen bijdragen tot een ordelijke hervorming van het mondiaal bestuur, op basis van een convergent platform en zonder enige destabiliserende effecten; 6. Notes that in the past the BRICS have appeared to coordinate their stances in foreign policy terms in the UN Security Council in certain instances, most notably at the onset of the Libyan and Syrian crises and, additionally, by deferring the vote on the role of the EU in the UNGA and by adopting coinciding positions on Côte d'Ivoire and Sudan; points out in this regard that the BRICS may seem to be challenging the current system of international g
overnance, but that democratic dialogue, political engagement, including on an individual basis, and true partnership may bring to the fore positive synergies and facilitate a new inclusive
...[+++]system of global governance; believes that the EU should duly take into account the new weight, in political and economic terms, of the BRICS and other emerging powers, as this may contribute to an orderly reform of global governance, based on a convergent platform without any destabilising effects;