Aangezien de steunmaatregel betrekking heeft op een project van gemeenschappelijk belang, de steun een aanvullend karakter heeft en de hoogte van de steun in overeenstemming is met het beleid van de Commissie inzake staatssteun voor OO, heeft de Commissie op grond van artikel 92, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag en artikel 61, lid 3, onder c), van de EER- overeenkomst besloten dat zij geen bezwaren heeft tegen de voorgestelde staatssteun.
As the conditions of the common interest and of additionality, as well as the aid intensities are in conformity with the Commission's policy for State aid for RD, the Commission decided not to raise objections to the aid in application of articles 92.3.c of the EC Treaty and 61.3.c of the EEA Agreement.