2. De lidstaten kunnen bepalen dat de bevoegdheden van de in artikel 4 van deze richtlijn bedoelde organen voor de bevordering, de analyse, de monitoring en de ondersteuning van de gelijke behandeling van alle werknemers in de Unie en hun familie leden zonder discriminatie op grond van nationaliteit ook zien op het recht op gelijke behandeling zonder discriminatie op grond van nationaliteit ten behoeve van alle burgers van de Unie die hun recht op vrij verkeer uitoefenen, en hun familieleden, in overeenstemming artikel 21 VWEU en Richtlijn 2004/38/EG.
2. Member States may provide that the competences of the bodies referred to in Article 4 of this Directive for the promotion, analysis, monitoring and support of equal treatment of Union workers and members of their family without discrimination on grounds of nationality also cover the right to equal treatment without discrimination on grounds of nationality of all Union citizens exercising their right to free movement and the members of their family, in accordance with Article 21 TFEU and Directive 2004/38/EC.