Overwegende dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geleidelijk moet komen tot een systeem waarmee de reël
e blootstelling aan bestrijdingsmiddelen via de voeding kan worden geraamd, als bepaald in artikel 7, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 86/362/EEG en artikel 4, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 90/642/EEG; dat om te kunnen nagaan of dergelijke ramingen uitvoerbaar zijn, bewakingsgegevens beschikbaar moeten zijn over bestrijdingsmiddelenresiduen in een aantal levensmiddelen die belangrijke bestanddelen van het Europese voedselpakket vormen; dat de EVA-staten gezien de middelen die op nationaal nive
au beschik ...[+++]baar zijn voor bewakingsmaatregelen inzake bestrijdingsmiddelenresiduen, per jaar slechts van 4 à 5 producten monsters kunnen analyseren in het kader van een gecoördineerd bewakingsprogramma; dat in het algemeen een bestrijdingsmiddel in 20 levensmiddelen zou moeten worden gevolgd over cycli van vijf jaar; Whereas the EFTA Surveillance Authority should progressively work towards a system which would permit the estimation of actual pesticide dietary exposure, as provided for in the second paragraph of Article 7(3) of Directive 86/362 and the second paragraph of Article 4(3) of Directive 90/642; whereas to facilitate examination of the feasibility of such estimations, data concerning the monitoring of residues of pestic
ides in a number of food products which constitute major components of European diets should be available; whereas in view of the resources available at national level for pesticide residue monitoring, the EFTA States are on
...[+++]ly able to analyse samples of four to five products each year within a coordinated monitoring programme; whereas each pesticide should generally be monitored in 20 food products over a series of five-year cycles;