4. Indien een coöperatie als bedoeld in artikel 2, punt 14, van Richtlijn 2006/43/EG, een spaarbank of een soortgelijke entiteit als bedoeld in artikel 45 van Richtlijn 86/635/EEG, een dochteronderneming of rechtsopvolger van een coöperatie, een spaarbank of een soortgelijke entiteit als bedoeld in artikel 45 van Richtlijn 8
6/635/EEG krachtens nationale wetgeving lid mag of moet zijn van een controle-entiteit zonder winstoogmerk, zou een objectieve, redelijke
en goed ingelichte partij niet tot de conclusie komen dat de op lidmaatschap be
rustende r ...[+++]elatie de onafhankelijkheid van de wettelijke auditor in het gedrang brengt, op voorwaarde dat, wanneer een dergelijke entiteit een wettelijke controle van financiële overzichten bij één van haar leden uitvoert, de beginselen van onafhankelijkheid van toepassing zijn op de wettelijke auditors die de controle van een financieel overzicht uitvoeren, alsmede op degenen die wellicht invloed kunnen uitoefenen op de wettelijke controle van financiële overzichten.4. Where a cooperative within the meaning of point (14) of Article 2 of Directive 20
06/43/EC, a savings bank or a similar entity as referred to in Article 45 of Directive 86/635/EEC, or a subsidiary or a legal successor of a cooperative, a savings bank or a similar entity as referred to in Article 45 of Directive 86/635/EEC is required
or permitted under national provisions to be a member of a non-profit-making auditing entity, an objective, reas
onable and informed party would not ...[+++] conclude that the membership-based relationship compromises the statutory auditor's independence, provided that when such an auditing entity is conducting a statutory audit of one of its members, the principles of independence are applied to the statutory auditors carrying out the audit and those persons who may be in a position to influence the statutory audit.