45. herinnert aan zijn aanbeveling van 12 december 2001 aan de Raad inzake "een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: veiligheid op de vergaderingen van de Europese Raad en andere vergelijkbare evenementen" , en verzoekt de lidstaten om een disproportionele aanwending van geweld te voorkomen en de nationale politiemachten de instructie gegeven om hun geweldaanwending onder controle te houden en de rechten van de individu te beschermen, zelfs w
anneer men te maken heeft met verwarde situaties waarbij menigten betrokken zi
...[+++]jn, waarin gewelddadige wetsovertreders zich onder vreedzame, wetsgetrouwe burgers hebben gemengd; is van oordeel dat het voor de nationale politiemachten verplicht zou moeten zijn het gebruik van vuurwapens te vermijden en te voldoen aan de VN-aanbeveling inzake proportionele geweldsaanwending en de ethische gedragscode van de Raad van Europa voor wetshandhaving; merkt in het bijzonder op dat het Europees Parlement, wat de ongeregeldheden in Genua in juni 2001 betreft, met buitengewone aandacht zal blijven het verloop zal volgen van het administratieve, gerechtelijke en parlementaire onderzoek dat in Italië op gang is gebracht om na te gaan of er bij die gelegenheid sprake is geweest van onmenselijke of de vernederende behandeling of bestraffing (art. 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie); 45. Recalls its recommendation of 12 December 2001 to the Council on an area of Freedom, Security and Justice: security at meetings of the European Council and other comparable events and recommends the Member States to avoid a disproportionate use of force and to instruct national police forces to control violence and preserve individual rights, even in confused cr
owd scenarios where violent lawbreakers are mixed with peaceful law-abiding c
itizens; considers that it should be mandatory for national police forces to avoid the use of
...[+++]guns and to comply with the UN recommendation on a proportionate use of force and the Council of Europe ethical code for enforcement; notes in particular that, concerning the disorder in Genoa in July 2001, Parliament will continue to pay particular attention to the follow-up of the administrative, judicial and parliamentary inquiries that were launched in Italy to ascertain if inhuman or degrading treatment or punishment (Article 4 of the Charter of Fundamental Rights of the European Union) took place on that occasion;