18. meent dat de beginselen van het GLB voor goede landbouw- en milieucondities in de criteria voor behoud van organisch materiaal in de bodem opname- en vastleggingsystemen voor koolstof door optimaal gebruik van de teelttechnieken in droge gebieden moeten ondersteunen (minimale oppervlaktebewerking, vruchtwisseling, genotypen die aan de omgeving aangepast zijn, beheersing van evapotranspiratie, doelgerichte bemesting, geïntegreerde bestrijding enz.);
18. Considers that, among the criteria for retaining organic matter in soil, the CAP "good agricultural and environmental condition" principles should provide incentives for carbon absorption and fixation based on optimum use of dryland farming techniques (minimum tilling, crop rotation, genotypes suited to the local environment, evapotranspiration control, targeted fertilisation, integrated control, etc.);