18. verwijst naar het verbod van de specifieke Internationale Conferentie van Caïro over bevolking en ontwikkeling (ICPD) op dwang op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg, alsmede naar de juridisch bindende internationale mensenrechteninstrumenten, het acquis communautaire van de EU en de beleidsbevoegdheden van de Unie op dit gebied, en stelt dat de Unie op grond daarvan geen steun van mag verlenen aan overheden, organisaties of programma's die betrokken zijn bij bevordering, ondersteuning of uitvoering van activiteiten waarbij schendingen van mensenrechten plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen
abortus, gedwongen sterilisatie van vrouw ...[+++]en en mannen, geslachtsbepaling bij de foetus met prenatale geslachtsselectie of infanticide als doel, met name wanneer de prioriteiten daarbij voortvloeien uit psychologische, sociale, economische of juridische druk; 18. Asserts that, in accordance with the specific Cairo International Conference on Population and Development (ICPD), the prohibition of coercion or compulsion in sexual and reproductive health matters, and – with regard to the legally binding international human rights instruments, the EU body of law and the Union policy competencies in this matter – Union assistance should not be provided to any authority, organisation or programme which promotes, supports or participates in the management of any action which involves such human rights abuses as coercive abortion, forced sterilisation of women and
men, or determining foetal sex for the purpose ...[+++] of in prenatal sex selection or infanticide, especially where such actions set their priorities in response to psychological, social, economic or legal pressure;