De gezagvoerder controleert regelmatig of de hoeveelheid bruikbare brandstof of, voor luchtballonnen, de ballast die nog voor de vlucht beschikbaar is niet minder is dan de brandstof of ballast die nodig is om naar een luchtvaartterrein of vluchtuitvoeringslocatie met gunstige weersomstandigheden te vliegen, alsmede de geplande reservebrandstof, zoals vereist bij NCO.OP.125, NCO.OP.126 of NCO.OP.127.
The pilot-in-command shall check at regular intervals that the amount of usable fuel or, for balloons, ballast remaining in flight is not less than the fuel or ballast required to proceed to a weather-permissible aerodrome or operating site and the planned reserve fuel as required by NCO.OP.125, NCO.OP.126 or NCO.OP.127.