In het onderhavige geval vooronderstelt de gunstige behandeling in het kader van het aanvullende ouderdomspensioen niet alleen dat de pensioenontvanger gehuwd is, maar bovendien ook dat deze niet duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgen(o)t(e), aangezien dit pensioen tot doel heeft te voorzien in een vervangingsinkomen ten behoeve van de betrokkene, alsook, indirect, van de met hem samenwonende personen.
In the present case, entitlement to the supplementary retirement pension presupposes not only that the partner is married, but also that he is not permanently separated from his spouse, since that pension aims to provide a replacement income to benefit the recipient and, indirectly, the persons who live with him.