60. benadrukt dat vrouwen vooral
op oudere leeftijd meer dan mannen de kans lopen om tot armoede te vervallen omdat socialezekerheidsstelsels gebaseerd zijn op het uitgangspunt van onafgebroken betaalde arbeid; wijst erop dat vrouwen in bepaalde gevallen niet aan deze vereiste voldoen doordat hun loopbaan onderbrekingen kent en zij op de arbeidsmarkt benadeeld worden, met name door de loonkloof, moederschapsverlof of deeltijdwerk of doordat zij een pauze
hebben ingelast of gestopt zijn met werken om ...[+++]gezinstaken te vervullen of doordat zij zonder beloning en zonder sociale verzekeringen in het bedrijf van hun man hebben gewerkt, met name in het winkelbedrijf en de landbouw; roept de regeringen van de lidstaten op om erkenning te geven aan het grootbrengen van kinderen en ervoor te zorgen dat deze periode meetelt voor het pensioen, zodat vrouwen van een volledig pensioen kunnen genieten; beveelt aan dat de lidstaten zorgen voor de verstrekking van passende pensioenen aan vrouwen;
60. Stresses that the risk of falling into poverty is greater for women than for men, particularly in old age, where social security systems are based on the principle of continuous remunerated employment; points out that, in some cases, women do not fulfil this requirement because of interruptions to their work and that they are penalised because of discrimin
ation on the labour market, in particular because of the wage gap, maternity leave and part-time work, or as a result of taking a break from or stopping work to take on family responsibil
ities, or of having worked in their ...[+++]husband's business, particularly in the commercial and agriculture sectors, without remuneration and without social security affiliation; calls on the Member State governments to give recognition to the bringing up of children and ensure that this period counts towards a pension, thereby enabling women to benefit from full pensions; recommends that Member States ensure the provision of adequate pensions for women;